Photo Credit: ©Bram Goots
Photo Credit: ©Bram Goots
Op de plek waar de Maas en het Albertkanaal samenkomen, ligt Coronmeuse, een 25 hectare grote site die omgevormd is tot een ecowijk. Onze experten legden er de nadruk op de integratie van hergebruikte materialen, circulariteit, landschapsontwerp en groene en blauwe netwerken. Landschapsarchitect Eva Recio Rodriguez illustreert met concrete voorbeelden hoe het team fauna en flora integreerden voor een duurzaam en milieuvriendelijk ontwerp.
Toekomstvisie
Het doel was om een vooruitstrevende ecowijk te ontwikkelen die aansluit op het bestaande stedelijke weefsel van Luik en Herstal, de centraliteit van deze omgeving versterkt en een nieuwe kern vormt. De transformatie van dit gebied versterkt de unieke identiteit ervan, die wordt gekenmerkt door architecturaal erfgoed en natuurlijke rijkdommen. Tegelijkertijd speelt het in op de moderne behoefte aan duurzaam wonen. Deze veelzijdige plek biedt een scala aan functies; van levendige stedelijke gebied tot rustig oord aan het water.
De belangrijkste doelstellingen voor het landschapsontwerp en de beplanting omvatten:
- Meer openbaar groen.
- Verharde terreinen doordringbaar maken en vergroenen.
- Het groen-blauwe ecologische netwerk versterken om het lokale ecosysteem en de milieuprestaties te maximaliseren.
De uitdagingen van circulariteit
Opdrachtgevers en projectpartners hebben vaak weinig ervaring met herbruikbare materialen op bouwsites, doorgaans gaan ze nog voor een snelle sloop. Daarom begeleiden we hen bij het collecteren, opslaan en sorteren van materialen, om zo circulariteit in het project te brengen.
Eva Recio Rodriguez: “Bouwmaterialen hergebruiken, vereist doordachte keuzes: de juiste hoeveelheid en kwaliteit verzamelen en sorteren, de structurele integriteit beoordelen, logistieke processen beheren en rekening houden met de publieke perceptie.”
Langetermijnvisie voor duurzaam materiaalgebruik
Om de duurzaamheid en het onderhoud van hergebruikte materialen op lange termijn te waarborgen, hebben we verschillende strategieën aanbevolen, waaronder de selectie van bepaalde materialen. Zo adviseerden we duurzame opties, zoals kleiklinkers die weinig water opnemen, vorstbestendig zijn en goed bestand zijn tegen slijtage en verkleuring.
Goede installatietechnieken zorgen ervoor dat materialen optimaal blijven functioneren. We stelden een gedetailleerd onderhoudsplan voor met regelmatige inspecties en reiniging, zetten een eenvoudig systeem op voor reparatie en vervanging, en voorzien een voortdurende monitoring en evaluatie om vroegtijdig problemen op te sporen.
Versterking van duurzaamheid met innovatieve technieken en materialen
De stapelbare muur – een multifunctioneel en milieuvriendelijk ontwerp
De stapelbare muur, of “muret empilable”, is een veelzijdig en ecologisch ontwerp. Het dient als straatmeubilair, afbakening, habitat voor kleine zoogdieren en insecten, en ondersteunt droogtebestendige planten. De muur is gebouwd met materialen die al ter plaatse aanwezig waren, waardoor de behoefte aan nieuwe materialen afneemt en het historische erfgoed van de locatie wordt behouden.
Op de site werd ongeveer 1.300 m³ aan betonklinkers en -tegels hergebruikt. Dit grote volume herbruikbare materialen versterkte de circulariteit van het project, doordat het de vraag naar nieuwe grondstoffen verminderde en dus de milieubelasting verlaagde.
Wist je dit al?
Hergebruikte materialen op de site:
- Rode en grijze betontegels (30×30 cm)
- Bestaande betonklinkers
- Grote betontegels van de site zelf (70×70 cm)
- Gezaagde en gespleten boomstammen
- Bundels en gestapeld riet van gesnoeide of verwijderde vegetatie
Ecologische voordelen:
- Diverse materialen creëren gevarieerde microhabitats voor wilde dieren
Eva: “We begonnen met een grondige ecologische analyse om de bestaande natuur, bodem, het lokale klimaat en de topografie in kaart te brengen. Deze inzichten vormden de basis voor onze toekomstige ontwerpkeuzes om meer groen en blauw te integreren.”
Meer blauw en groen voor een bloeiende ecologie
Laat het water stromen
Een belangrijke strategie was het maximaliseren van beplante gebieden en het aanleggen van half-doorlatende oppervlakken. Deze aanpak verhoogde de infiltratiecapaciteit van de wijk aanzienlijk, zodat meer water in de grond kan sijpelen in plaats van weg te stromen naar de riolering. Door het lokale ecosysteem te herstellen, benutten we de natuurlijke capaciteiten van vegetatie en bodem om regenwater te beheren. Inheemse planten en gezonde bodems absorberen en filteren regenwater, waardoor kunstmatige afvoersystemen minder nodig zijn.
Een opvallende ruimtelijke ingreep in het ontwerp is het licht verzonken graslandgebied, strategisch aangelegd om bij zware regenval water op te vangen en het overstromingsrisico te beperken.
Biodiversiteit als uitgangspunt
Biodiversiteit stond centraal in het landschapsplan. We wilden een bloeiende, onderhoudsarme omgeving creëren die bijdraagt aan een breed scala aan planten- en diersoorten. We injecteerden biodiversiteit in het ontwerp met onder andere:
- Inheemse planten: We gaven voorrang aan inheemse planten die goed aangepast zijn aan de omgeving. Deze planten zijn gemakkelijker te onderhouden en dragen sterk bij aan de lokale biodiversiteit.
- Prairietuinen: Met een diverse mix van grassen, vaste planten en bloembollen zijn deze tuinen zelfregulerend en vragen ze slechts één maaibeurt per jaar, wat ze onderhoudsarm en duurzaam maakt.
- Bestuivervriendelijke planten: We kozen specifieke planten, zoals Calamintha nepeta en Salvia verticillata, die bijen en vlinders aantrekken, wat het landschap ecologische waarde en natuurlijke schoonheid geeft.
- Bodemaanpassing: De vegetatie is afgestemd op de bodem van de site, met soorten die zowel droge als natte gebieden aankunnen. Dat zorgt voor een landschap dat met minimale tussenkomst kan gedijen.
- Diverse plantensoorten: De prairietuinen barsten van de diversiteit met een rijkdom aan planten – tot wel 80 verschillende soorten – wat zorgt voor een rijk en veerkrachtig ecosysteem.
Deze aanpak creëert niet alleen een prachtig landschap, maar biedt ook een thuis voor lokaal wild, stimuleert duurzaamheid en vraagt weinig onderhoud. Het is daarmee een sterk voorbeeld van milieuvriendelijk landschapsontwerp.
Hoe plukt Coronmeuse de vruchten van dit nieuwe ontwerp?
Eva: “Deze slimme ontwerpkeuzes maken de nieuwe wijk meer dan alleen een fysieke ruimte; ze versterken ook de verbondenheid en de betrokkenheid binnen de gemeenschap en de inwoners.”
Gemeenschappelijkwelzijn als leidraad
Om een toegankelijke plek te creëren, moet je de gemeenschap betrekken in het proces.
De woonstraten zijn ontworpen met sociale interactie als uitgangspunt, met extra ruimte voor voetgangers en fietsers. De uitbreiding van het Astridpark en de groenvoorzieningen in de buurt maken van de site een levendig, groen gebied waarin de lokale fauna floreert. Bewoners worden gestimuleerd om de groene zones rond hun huizen te onderhouden, wat de gemeenschapszin versterkt. In het noordelijke deel van het project ligt de nadruk op stedelijke tuinbouw, die lokale voedselproductie mogelijk maakt en bijdraagt aan een duurzame levensstijl.
Voor en na
De recente aanpassingen aan het Astridpark, Pointe Atlas en Vers la Meuse hebben het ecologische en sociale karakter van de omgeving flink verbeterd. Groene zones zijn uitgebreid, nieuwe parken aangelegd, en openbare ruimtes toegankelijker gemaakt, waardoor Coronmeuse een duurzame en inclusieve wijk is geworden.
Met de ontwikkeling van stedelijke ruimtes en betere verbindingen is Coronmeuse nu stevig verankerd in de stad. Dit bruisende centrum toont hoe duurzaamheid en gemeenschapszin hand in hand gaan, en biedt een leefomgeving die de levenskwaliteit van bewoners en bezoekers naar een hoger niveau tilt.