Sweco en VLM onderzoeken hoe plattelandsprojecten de biodiversiteit kunnen versterken
Biodiversiteit en landschapskwaliteit zijn van cruciaal belang voor de ecologische gezondheid, economische veerkracht en sociale welzijn van ons platteland. In een nieuwe studie onderzocht Sweco voor de Vlaamse Landmaatschappij (VLM) de impact van LEADER en andere plattelandsprojecten, en formuleert aanbevelingen voor de omkadering, opschalingsmogelijkheden en blijvende effecten van projecten.
Binnen het Vlaamse plattelandsbeleid zijn biodiversiteit en landschapskwaliteit kerncomponenten. Ook al zijn er nog heel wat uitdagingen, zoals versnippering, intensieve landbouwpraktijken, klimaatverandering en druk op de open ruimte. In de studie “Hoe brengen we meer biodiversiteit in het landschap?” focussen de onderzoekers van Sweco op de bottom-up methode, waarbij lokale actiegroepen initiatief nemen op lokaal niveau. Dat past helemaal in het LEADER-programma van de Europese Unie.

LEADER: samen de landelijke economie ontwikkelen
LEADER is een Europees programma dat sinds de jaren 1990 inzet op de ontwikkeling van plattelandsgebieden via een participatieve, bottom-up aanpak. In Vlaanderen gebeurt dit via Lokale Actiegroepen (LAG’s), waarin lokale overheden, landbouworganisaties, natuurverenigingen en andere maatschappelijke actoren samenwerken. Zij stellen een lokale ontwikkelingsstrategie op en begeleiden projecten die inspelen op lokale noden.
Na 30 jaar telt Europa 2500 LAG’s die actief zijn voor 50% van de rurale gebieden in de Europese Unie. Vlaanderen telt 15 LEADER-gebieden (zie kaart). Binnen elk gebied worden projectoproepen gelanceerd waarvoor inwoners, landbouwers, ondernemers en besturen voorstellen kunnen indienen die:
- De kwaliteit van de open ruimte en het landschap versterken
- De biodiversiteit verbeteren
- De bodem- en waterkwaliteit verbeteren
- De streekidentiteit versterken
Geselecteerde projecten ontvangen ondersteuning via LEADER-subsidies.
Beeld: © VLM
Dit rapport biedt een solide basis om de LEADER-werking in Vlaanderen verder te versterken. Tegelijkertijd roept de studie ook vragen op waarvoor we vandaag nog geen pasklaar antwoord hebben. Bijvoorbeeld welke rol innovatieve en kortlopende projecten kunnen spelen in de transitiedoelstellingen van Vlaanderen naar een sterkere biodiversiteit en een verhoogde landschapskwaliteit. Dit is een aandachtspunt bij de verdere ontwikkeling van het plattelandspact en de voorbereidingen van het nieuwe GLB.
Kevin Grauwels, Diensthoofd Plattelandsbeleid bij de VLM
25 plattelandsprojecten onder de loep
In het rapport onderzochten onze experts 25 plattelandsprojecten in Vlaanderen. Ze pasten het RE-AIM evaluatieraamwerk toe, door te kijken naar bereik (Reach), effectiviteit (Effectiveness), adoptie (Adoption), implementatie (Implementation) en onderhoud (Maintenance). Onze onderzoekers zetten daar deels AI voor in. Het eigen AI-systeem, SwecoGPT, ondersteunde bij het verwerken van de enorme hoeveelheid data, en haalde soms andere aspecten naar voren dan de menselijke onderzoeker.
Daarnaast organiseerde Sweco workshops met de initiatiefnemers van de projecten, de LEADER-coördinatoren en de VLM, voor verdere verdieping. Voor de initiatiefnemers zelf bleken de workshops bijzonder interessant als zelfevaluatie en kennisuitwisseling. Alle resultaten zijn overzichtelijk gebundeld in een aparte uitgave. Zo bieden zij een belangrijke inspiratiebron voor initiatiefnemers van toekomstige plattelandsprojecten.
Het doel van de studie is om succesfactoren en knelpunten in kaart te brengen en zo lessen te trekken voor nieuwe initiatieven: vanuit strategisch perspectief, voor het beleid, in de omkadering, en praktisch voor de initiatiefnemers.
Om de VLM en de begeleiders van plattelandsactoren nog beter te kunnen ondersteunen, zijn we verder gegaan dan het aanleveren van een inspiratiefolder. Elk van de 5 praktische tips uit de folder hebben we ook herwerkt in een animatiefilmpje. Met die filmpjes kunnen lokale actiegroepen of projectgroepen de onderlinge discussie aanzwengelen. We vergroten daarmee de toegankelijkheid van de boodschappen die hapklaar worden aangeboden.
Sara Geets, expert landschap en publieke ruimte bij Sweco
Betrokkenheid en samenwerking zijn de sleutel tot succes: enkele bevindingen
Burgermonitoring en citizen science inzetten
Er is een gebrek aan stimulans voor rapportage over biodiversiteit en landschapskwaliteit, vaak uit vrees voor bijkomende verplichtingen. Daardoor ontbreken heldere doelstellingen en meetbare indicatoren. Burgermonitoring en citizen science hebben op dat vlak veel potentieel: ze betrekken vrijwilligers bij het meten van projectimpact, versterken de band met de gemeenschap én ondersteunen de realisatie van de doelstellingen. Dat legt een stevige basis voor toekomstige opvolging en nazorg.
Maatregelen afstemmen op het landschap én de noden van de landbouwbedrijven
Op bedrijfs- of perceelsniveau blijkt het haalbaar om een biodiversiteitswaarde te bepalen. Op landschapsniveau ligt dat moeilijker, terwijl net daar een samenhangend netwerk van leefgebieden en corridors cruciaal is. Succesvolle projecten stemmen hun maatregelen dan ook zorgvuldig af op de kenmerken van het landschap én op de behoeften van landbouwbedrijven.
Samenwerking stimuleren via persoonlijk contact en dialoog
Projecten die inzetten op persoonlijk contact, open dialoog en actieve luisterbereidheid, boeken meer vooruitgang op het vlak van biodiversiteit en landschapskwaliteit. Dat vraagt tijd en inspanning, zeker in projecten waar uiteenlopende belangen samenkomen en snel resultaten worden verwacht.
Overig nieuws

Webinar: Zeker van je energie. Klaar voor flexibiliteit.
Lees meer

Sweco en VLM onderzoeken hoe plattelandsprojecten de biodiversiteit kunnen versterken
Lees meer

Net-zero bouwen, kan dat wel?
Lees meer