Het consortium bestaande uit Sweco, The New Drive, APPM, Goudappel-Coffeng, Rebel Group en Billie Bonkers zal het Routeplan 2030 voor de vervoerregio Antwerpen opmaken. Sweco maakt deel uit van het kernteam dat de procesbegeleiding verzorgt en de strategische visie uitzet.
Verder neemt Sweco de leidende rol op zich bij de inhoudelijk uitwerking van het gelaagd mobiliteitsnetwerk.
Na een proefproject in Aalst, Mechelen en de Westhoek stelt de Vlaamse regering voor om Vlaanderen in te delen in 15 vervoersregio’s, waarbij de lokale besturen kunnen meebeslissen over het openbaar vervoersbeleid op hun grondgebied. De vervoerregio Antwerpen kent een eigen dynamiek en complexiteit om mobiliteit en leefbaarheid met elkaar te verzoenen. Het startpunt hiervoor is het Toekomstverbond, afgesloten tussen Vlaanderen, de stad Antwerpen en een aantal burgerbewegingen. Met de opmaak van het Routeplan 2030 en een mobiliteitsvisie voor de Antwerpse vervoersregio & haven, wordt invulling gegeven aan de modal shift naar 50/50: 50% autoverkeer en 50% alternatieve vervoersmodi. Deze verschuiving is nodig om de bereikbaarheid en de leefbaarheid van de regio op langere termijn te vrijwaren.
Basisbereikbaarheid
Op 18 december 2015 keurde de Vlaamse regering de conceptnota goed: “Met basisbereikbaarheid naar een efficiënt en aantrekkelijk vervoersmodel in Vlaanderen dat optimaal tegemoetkomt aan de globale en lokale vervoersvraag”. Basisbereikbaarheid staat voor het kunnen bereiken van belangrijke maatschappelijke functies op basis van een vraaggericht systeem en met een optimale inzet van middelen. Het vervoermodel wordt hierbij hiërarchisch gestructureerd en is samengesteld uit het treinnet, het kernnet, het aanvullende net en het vervoer op maat, die elk hun rol binnen de hiërarchie opnemen en optimaal op elkaar zijn afgestemd.
Mobiliteitsnetwerk
Een aanbod van stads- en streekvervoer staat niet langer op zichzelf, maar maakt deel uit van het globale mobiliteitsnetwerk. Vanuit het concept van combimobiliteit worden voor- en natrajecten met (deel)fiets, (deel)auto en andere vervoersmodi gefaciliteerd. Binnen de vervoerregio’s, bestaande uit meerdere gemeenten, wordt de afstemming op de specifieke vraag ontwikkeld. Dit op basis van de reële en potentiële vervoerstromen. Er zijn 15 vervoerregio’s gedefinieerd voor Vlaanderen: Brugge, Kortrijk, Oostende, Roeselare en Westhoek in West-Vlaanderen; Aalst, Gent, Sint-Niklaas en Vlaamse Ardennen in Oost-Vlaanderen; Antwerpen, Mechelen en Kempen in de provincie Antwerpen; Leuven en Brussel in Vlaams-Brabant; en Limburg als één grote vervoersregio.